De Zweefvliegopleiding

Je begint met lessen in een opleidingstweezitter. Je status is DBO (Dubbel Besturings Onderricht). Jij als leerling zit voorin, met achter je een ervaren instructeur. De stuurorganen zijn gekoppeld en op zowel de voorste als achterste zitplaats is het zweefvliegtuig volledig te besturen.

In het begin zal de instructeur het vliegtuig besturen en je uitleggen wat er gebeurt en wat hij waarom doet. Vervolgens ga je in de lessen daarop steeds meer van de besturing overnemen, totdat je het vliegtuig helemaal zelf onder controle hebt.

De duur van deze fase is per leerling verschillend. De ene leert snel, de andere wat langzamer. Gemiddeld duurt deze fase zo’n 60 tot 80 starts. Je leert ook hoe een startbedrijf in elkaar steekt. Het noteren van starts en het aanhaken, weghelpen en ophalen van vliegtuigen wordt je bijgebracht.

Als minimaal twee instructeurs je geschikt vinden om je alleen te laten vliegen, kom je ‘solo’. Je status is dan solist. Dit houdt in dat je alleen in een eenzitter vliegt, maar nog steeds onder verantwoordelijkheid van een instructeur. Afhankelijk van (recente) ervaring, weersomstandigheden, extra bevoegdheden enz. maak je nog enige checkstarts met een instructeur.

Het doel van het solistschap is je voorbereiden op het grote werk en je vliegkunst te verfijnen. De duur van deze periode is weer per solist verschillend, maar over het algemeen heb je er zo’n 100 solostarts opzitten als je klaar bent voor het examen voor je Glider Pilot License, het zweefvliegbewijs.

Indien je in het bezit bent van een rijbewijs begin je in deze fase ook met het leren lieren.

Tijdens je solistenperiode ben je hard aan het werk om je GPL (Glider Pilot License) te halen. Je moet laten zien dat je een aantal oefeningen en vliegbewegingen goed beheerst, zowel alleen als met instructeur.

Zodra je deze hebt afgerond en je theorie-examen zweefvliegen voldoende hebt afgelegd mag je praktijkexamen doen. Dit examen bestaat uit drie examenvluchten. Wanneer je in deze vluchten laat zien dat je het toestel volledig beheerst, kom je in het bezit van het felbegeerde zweefvliegbewijs: GPL (Glider Pilot License).

Je status is GPL’er en je bent volwaardig zweefvlieger, die overal ter wereld mag vliegen onder eigen verantwoordelijkheid. De mogelijkheden binnen deze status zijn ongekend. Je mag nu passagiers rondvliegen, of kunt gaan ‘overlandvliegen’. Dit is zo ver vliegen dat je buiten vliegbereik van het vliegveld bent. Op een goede dag zijn vluchten van 500 km mogelijk! Ook bergvliegen en kunstvliegen behoren tot de mogelijkheden.

Als je je GPL eenmaal hebt mag je gaan overlandvliegen! Dat is vliegen buiten bereik van jouw eigen (en vaak ook een ander) vliegveld. Op mooie dagen in Nederland kan je zo 500km afleggen.

Tijdens de Voortgezette Vliegopleiding 2 (VVO2) wordt je geheel voorbereid en getraind in het overlandvliegen. Je gaat bijvoorbeeld met een instructeur in een tweezitter overland, of je vliegt samen op, allebei in je eigen zweefvliegtuig. Of je gaat gewoon al helemaal alleen na een goede briefing vooraf te hebben gehad!

Niet iedereen kiest ervoor dit deel van de opleiding te doorlopen. Je hebt immers je brevet al, en sommige mensen ambiëren het overlandvliegen niet. Maar volgens velen is overlandvliegen het zweefvliegen zoals het bedoeld is!