Overlandvliegen wordt door velen als het echte zweefvliegen gezien, dat waar je je hele opleiding voor hebt gedaan! Je vliegt weg van je vliegveld, en vaak probeer je een van tevoren bepaalde route (een opdracht) te vliegen. Een ervaren overlandvlieger kan met goed weer een opdracht van 500km vliegen, en zelfs vluchten van boven de 1000km worden een enkele keer in noord-west Europa gevlogen!
Maar overlandvliegen is niet zomaar kilometers afleggen. Het is een constante uitdaging omdat je te maken hebt met veel factoren. Je kan als zweefvlieger bijvoorbeeld niet zomaar recht op koers vliegen: je bent continu aan het kijken waar volgens jou de beste thermiek zit en of dit niet te ver uit koers ligt om heen te vliegen.
Zie bijvoorbeeld de eerste afbeelding hieronder. Je ziet een overlandvlucht van 278km gemaakt door een ZESlid tijdens de Nationale Juniorenwedstrijden op Venlo. De rode lijn was de opdracht, de blauwe lijn is wat de vlieger gevlogen heeft. Je ziet dus dat hij voortdurend afwijkt van koers, op zoek naar thermiek.