Zweefvliegers stijgen over het algemeen op twee manieren op: ze maken een lierstart of een sleepstart. Bij een lierstart helpt een lier je de lucht in, bij een sleepstart trekt een motorvliegtuig je de lucht in. Omdat lieren veel goedkoper is voeren de meeste clubs voornamelijk lierstarts uit. Zo ook bij de ZES!
Lierstart
In de eerste afbeelding zie je een afbeelding afkomstig van zweefvliegopleiding.nl. Links op de afbeelding staat bij de (1) het zweefvliegtuig, helemaal rechts staat de lier. Over het algemeen zit er meer dan een kilometer ruimte tussen beide!
Van de lier loopt een kabel naar het zweefvliegtuig, die wordt aangehaakt. Vervolgens gaat na het sein ‘licht’ de lier, die bedient wordt door een persoon, de kabel rustig intrekken. De kabel wordt opgerold op een trommel. Wanneer de kabel tussen het zweefvliegtuig en de lier strak staat wordt het sein ‘strak’ gegeven. De lierist geeft vervolgens gas, waardoor de kabel nu snel wordt ingetrokken. Het vliegtuig gaat vervolgens accelereren.
Als het zweefvliegtuig voldoende snelheid heeft kan de piloot hem rustig op laten stijgen, wat roteren wordt genoemd. Dit is te zien in positie (2) in de afbeelding. In het begin van de lierstart stijgen we nooit te steil.
Als het zweefvliegtuig bij (3) eenmaal wat hoger zit gaat de piloot wel aardig steil omhoog sturen, omdat we zoveel mogelijk hoogte willen winnen aan de lier.
Wanneer het zweefvliegtuig bij (4) boven de lier is, kan de lier hem niet meer verder omhoog helpen. De kabel wordt losgekoppeld en de vlucht kan beginnen!
Sleepstart
Soms voeren we ook sleepstarts uit. Slepen heeft het voordeel dat je in de lucht kan worden afgezet waar en hoe hoog je wilt. Zo kan je zorgen dat je meer kans hebt om thermiek te vinden.
Bij een sleepstart hangt een zweefvliegtuig met een redelijk lange kabel vast aan een motorvliegtuig. Het motorvliegtuig (of sleepkist) trekt het zweefvliegtuig dan zo omhoog. Wanneer je op de gewenste hoogte bent ontkoppel je, en zweef je!
bedankt!